“We horen mensen vaak zeggen dat ze denken dat de kans op een inbraak bij hen thuis maar klein is. ‘Er valt toch niets te halen’,” zegt Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW).
Persbericht Stichting NIPW
“Ze hebben misschien geen dure sieraden, kunst of laptops in huis liggen. Maar zo denkt een inbreker niet,” gaat hij verder. De afgelopen maanden zijn mensen veel thuis geweest. Ook overdag. Dus het aantal inbraken vergeleken met vorig jaar is met tientallen procenten afgenomen. In april zelfs de helft!
Omdat een inbreker altijd de zwakke plekken kiest, waren schuren en kelders nu het doelwit. Volgens de politie werd daar de afgelopen maanden 7 procent vaker ingebroken dan voorheen. “En nu de vakanties weer voor de deur staan, ziet de inbreker zijn kans voor een inhaalslag. Als hij merkt dat mensen niet thuis zijn, en hij kan makkelijk binnenkomen, dan probeert hij het gewoon. Hij merkt vanzelf wel of er iets ligt waar hij interesse in heeft.”
Maar waar let een inbreker dan precies op? Het zijn de kleine dingen waar we vaak niet bij stilstaan. Bijvoorbeeld een grote stapel post op de mat. Of buren die het goed proberen te doen en het netjes in stapels op tafel leggen. Maar ook het gebrek aan verlichting als het buiten donker is, of maar 1 of 2 lampjes in de woonkamer. Doe ook vooral de gordijnen of lamellen niet de hele dag dicht. Dat valt op.
In tijden van vakantie staat er geen auto op de oprit. Maar nog opvallender; vaak staat de week voor de vakantie een camper of caravan voor het huis. Schoonmaken, inladen, et cetera. En ineens is die weg. Duidelijker kan niet. Of toch…
Wat je minder vaak ziet, maar het gebeurt nog steeds (!), is een briefje op de deur. ‘We zijn een paar dagen weg, breng het pakketje maar naar de buren’. Hij hangt er misschien niet fysiek, maar de bovengenoemde signalen zijn bijna hetzelfde.
De inbreker slaat het meest zijn slag bij de achterdeur of het keukenraam. Onderzoek wijst uit dat maar liefst 30 procent van de achterdeuren een slecht slot heeft. Met eenvoudig gereedschap staat in inbreker dan met een minuutje binnen. Hij heeft dan dus genoeg tijd om op zoek te gaan naar waardevolle spullen.
In de zomer heeft hij tenslotte keus genoeg. Mensen gaan nu misschien niet naar het buitenland, maar vakantie in eigenlijk is aantrekkelijk. En een dagje naar het strand is ook altijd lekker. En dat laten veel mensen nog merken ook.
De tweede aanname tegen inbraken bij iemand thuis is de gedachte goed verzekerd te zijn. Maar dekt de verzekering wel alle schade? Sommige spullen zijn onvervangbaar. Denk bijvoorbeeld aan de armband van je oma of alle foto’s van je (klein)kinderen. En je zult maar gebeld worden tijdens je vakantie met het bericht dat er is ingebroken.
Toch is dan allemaal niet het meest nare dat slachtoffers van een inbraak zeggen te ervaren. “Wat men vaak onderschat zijn de emotionele gevolgen van een inbraak,” zegt Staal. Bijna driekwart van de slachtoffers zegt de emotionele gevolgen flink te hebben onderschat. Ze kunnen nog maandenlang nare gevolgen ondervinden.
“Bij de emotionele gevolgen van een inbraak moet je denken aan slaapproblemen. Mensen kunnen maar moeilijk in slaap komen, slapen heel licht of onrustig of hebben nachtmerries. Maar ook overdag zijn de gevolgen merkbaar. Ze kunnen het eng vinden om thuis te komen of schrikken van een vreemd geluid. Maar het kan ook nervositeit en neerslachtigheid met zich meebrengen.”
Het blijft belangrijk om het inbrekers niet te makkelijk te maken. Zeker niet tijdens je vakantie. Om toch met een gerust hart weg te kunnen gaan geeft de stichting NIPW acht eenvoudige tips.
De stichting NIPW is een publiek-private samenwerking. Ze hebben als doel om woningbezitters bewuster te maken van goede inbraakpreventie. Zo draagt iedereen bij aan het verlagen van de inbraken en de pogingen daartoe. In 2012 werd bijna 92.000 keer ingebroken of een poging gedaan, in 2019 daalde dit al onder de 40.000.