“Volgens de overlevering zouden Sommelsdijk en het omliggende gebied al in ‘de grijze oudheid’ tot Zeeland hebben behoord. Er zijn echter onvoldoende bronnen die dat bewijzen. Wel is bekend dat de heren van Voorne en Putten het grootste deel kochten. Dat was in de Middeleeuwen: van een eiland was nog geen sprake. Alleen Goeree vormde een eilandje. Veel bewoners waren er niet in de onherbergzame oorden ten oosten daarvan. Pas in de vijftiende eeuw ging men ertoe over de schorren en platen te bedijken. Daarna was permanente bewoning mogelijk. Hier en daar verrezen dorpen.
De heren van Voorne en Putten hadden vergaande privileges. Met de graaf van Holland hadden ze weinig te maken. Voorne en Putten waren, met andere woorden, min of meer afzonderlijke staatjes, een stukje niemandsland tussen Holland en Zeeland. Maar de dynastie van Voorne en Putten stierf uit, waarna hun gebied onder bestuur kwam van de Grafelijkheid van Holland. Ook Goeree (Westvoorne) en Overflakkee (Zuidvoorne). “Een bijzondere plaats nam Sommelsdijk in,” schrijft streekarchivaris Jan Both in zijn artikel over Holland-Zeeland, dat in 2005 verscheen in historisch tijdschrift De Ouwe Waerelt.” De Staten van Zeeland konden aantonen dat Sommelsdijk Zeeuws territorium was. De heerlijkheid Sommelsdijk heeft dan ook nimmer deel uitgemaakt van de landen van Voorne en Putten en kon dus ook niet vervallen aan de Staten van Holland.
Enclave
Sommelsdijk vormde dus een Zeeuwse enclave op het Hollandse eiland. De positie van het dorp was enigszins geïsoleerd. “Wie denkt dat men in vroeger tijd alleen maar oorlogen en ruzies uitvocht, slaat de plank mis. Als het nodig was, sloeg men de handen ineen. Zo werden Middelharnis, Sommelsdijk en Duivenwaard binnen één ringdijk bedijkt. De reuzenklus – de grootste bedijking op Overflakkee – kon enkel en alleen maar door samenwerking worden gerealiseerd. Als we dan bedenken dat Middelharnis tot Putten behoorde, Sommelsdijk tot Zeeland en Duivenwaard tot Voorne dan mogen wij ons petje afnemen voor een dergelijke onderneming.”
Geschillen
Vooral toen Sommelsdijk zich ontwikkelde tot een welvarend dorp, ontstonden er geschillen tussen de Staten van Holland en die van Zeeland. Holland maakte aanspraak op Sommelsdijk en Zeeland claimde de landen van Voorne. Sommelsdijk kende lagere belastingtarieven en had als gevolg daarvan – en enkele andere voorrechten – meer aantrekkingskracht voor handels- en ambachtslieden. Dat leidde ertoe dat men vanuit omliggende (Hollandse) dorpen soms misgunnend keek naar de welvaart in Sommelsdijk.
“Een probleem voor Sommelsdijk was de haven,” schrijft Jan Both. “Door de verzanding van het Zuiddiep dreigde het dorp afgesloten te worden van de buitenwereld. De haven bleef bevaarbaar, maar ook niet zodanig dat Sommelsdijk zich kon ontwikkelen tot een vissersdorp. Voor het graven van een nieuwe haven door de plaat Flakkee kreeg men van de Staten van Holland geen toestemming. Deze plaat was namelijk Hollands gebied en door het verlenen van medewerking aan de havenplannen van Sommelsdijk benadeelde men het Hollandse Middelharnis...”
In de Bataafs/Franse tijd werd Goeree-Overflakkee eerst ingedeeld in Ring III, met Zierikzee als hoofdplaats. Daarmee was het hele eiland Zeeuws, maar dat duurde maar kort – van 1798 tot 1801 – want daarna viel Goeree-Overflakkee onder het Departement Holland. Met uitzondering van Sommelsdijk. Maar in 1805 volgde nog een grenscorrectie: Sommelsdijk ging naar Holland. En Hollands is het nog steeds.
”