Eddy Zoëy 10 maart in Diekhuus

21 feb 2018, 7:24 Entertainment
eddy zoey vierkant foto laura marijn kleiner
Binnenkort staat Eddy Zoëy in de theaters met zijn nieuwste show: “De Geschiedenis van de Nederlands-talige Popmuziek”. Op 10 maart doet hij ook het Diekhuus aan.
Om iedereen warm te krijgen hebben we recht gekregen om dit leuke interview eens met iedereen te delen. Kaarten voor de show zijn verkrijgbaar via de website van het Diekhuus . Wees er snel bij, want ze gaan als warme broodjes!
Zijn show draagt als subtitel “Van Boudewijn de Groot tot Lil’ Kleine”, tijd om een ‘oud TV-man’ eens aan de tand te voelen over wat ‘ie toch in het theater zoekt...
Lijkt mij best moeilijk, het toch ietwat elitaire theaterpubliek warm krijgen voor een entertainende TV-maker:
“Ja, daar zeg je wat. Het is ook zo anders. Nou maak ik in ’t theater állesbehalve TV; ik bedoel, het komt niet eens in de buurt, maar je hebt gelijk: het is niet eenvoudig. Bij m’n vorige theatervoorstellingen kwamen mensen na afloop vaker naar me toe met teksten als ‘ik wist helemaal niet dat je muziek maakt’ of ‘wanneer heb jij zo goed gitaar leren spelen, joh?’, alsof ik daar onlangs mee begonnen zou zijn. Ik maak al zóveel langer muziek dan televisie.”
Dus je maakte al wel eerder theater? Welke shows heb je hiervoor gedaan?
“Meerdere al. In 2014/15 de muzikale show ‘Hoe gastvrij is...’, met verhalen over hoe ik tegen de wereld aankijk, en uiteraard met wat anekdotes over wat ik in de mediawereld allemaal meegemaakt heb. De mafste verhalen konden niet uitblijven, natuurlijk. Maar 80% van die show bestond uit eigen liedjes. Muziek dus. Gespeeld met een strakke band. Destijds vanuit ’n soort van supergezellige huiskamersetting op het podium. Heel veel akoestische muziek, met ’n écht haardvuurtje en schemerlampen on stage. Wát ’n gave show was dat, zeg.
Ook was ik, in een geheel andere show, één van de FiveGreatGuitars, een virtuozengroep die wereldmuziek maakt met Malinese & Surinaamse percussionisten, een Brasil- guitariste, een Gypsy-gitarist, een funker, een jazzvirtuoos. Ik was de 5e gitarist, en begaf me in die voorstelling vooral in de hoek van blues, pop en rock.
Verder ben ik nog op tour geweest met Howard Komproe en zijn ‘Lulverhalen’. Daar combineerde ik singer-songwriter liedjes met verhaaltjes. Gitaartje, liedje, verhaaltje. Allemaal leuk om gedaan te hebben.”
En nu ga je met je nieuwste theatershow de Nederlandse muzikale helden van weleer eren?
“Nederlands-tálige helden. Da’s dus nét anders. We spelen dus wél DoeMaar, Hazes, Shaffy en Jeugd van Tegenwoordig, maar bijvoorbeeld NIET Golden Earring, Vitesse, Di-Rect en Kensington. Ik heb iets met Nederlands-talige muziek. Ik leg in m’n show ook uit waarom ik van ooit in 1996, toen ik me nog voornamelijk bezighield met Engelstalige muziek, ben geswitched naar het Nederlandstalige. Denk niet dat veel mensen weten dat ik twee Engelstalige nummer-1 hits op m’n naam heb staan. Ik heb tussen 1992 en 1996 kunnen leven van het schrijven van liedjes. Toen kon dat nog. Ik had een publishingdeal bij Polygram en was een stockwriter. Een componist/auteur, voor hun stal. Met Romeo, en later met Chipz scoorden we flink. Kwam nog bij dat ik in 1996 bij SONY een eigen platencontract aangeboden kreeg.”
En toen heb jij zelf een Engelstalig album gemaakt, en werd je wereldberoemd?
“Haha, close. Mijn producer was Matt Butler, een Brit die met Mick Jagger, Paul McCartney, Elvis Costello, Tears for Fears, en weet-ik-veel-wie-allemaal gewerkt heeft. Geen kleine jongen. Ik vroeg hem elke dag: ‘klopt dit wel in het Engels zo?’, ‘zeggen jullie Britten dit wel op deze manier?’, ‘klopt deze grammatica wel’?. Gék werd ‘ie van me! En zijn antwoord was altijd ‘sure, yeah, no worries, it’s all good’. Na drie weken zei ‘ie dat weer, dat ’t allemaal heus goed was, máár, zei hij uiteindelijk, het wordt natuurlijk nooit zo goed als een native Englishspeaker zich poëtisch kan uitdrukken. Dat was voor mij nogal een schok. Maar ja, heel logisch ook wel; wanneer Nederlanders in ’t Engels schrijven, leggen ze ’t uiteraard tekstueel af tegen Ed Sheeran, Kings of Leon of U2. Ik heb toen besloten m’n liedjes in de Nederlandse taal te schrijven. In deze show behandel ik tussendoor een paar tekstfouten in hele bekende liedjes van grote Nederlandse pophelden die in ’t Engels zingen. Niet om lullig te doen, maar om mijn punt te maken. En verder, joh, er zijn zoveel Nederlandstalige mijlpalen gemaakt. Da’s een enorm rijke geschiedenis”
Wat is dan volgens jou een Nederlandstalige mijlpaal?
“Nou, als voorbeeld, Normaal maakte voor het eerst popmuziek in dialect. Nú kennen we natuurlijk Rowwen Heze, De Kast, Skik, en menig Marrokaanse rapper die met accent zingt, wat supertof is, maar Normaal was de éérste band die het ABN-regeltje doorbrak. Zo zijn er tig voorbeelden van muzikanten, bandjes, zangers die in hún tijd op Nederlandstalig gebied iets nieuws, iets anders, iets brutaals, iets maatschappelijk afwijkends deden. Die momenten pikken we eruit. Dat levert een bonte verzameling aan prachtliedjes op die ik met de EddyZoëyBand breng. En dat is ’n hele gevarieerde catalogus, gespeeld met ‘n strakke, sterke band. Verrassend is ook dat we best wat elektronische muziek brengen, maar daar spelen we dan álles, echt elke partij, 100% live van.”
En wat is jouw belangrijkste rol op het podium? Ben je de zanger, de verteller, de gitarist?
“Bij één van de laatste generale repetities vonden de mannen van het geluid dat ze me écht met een aantal disciplines uit de brand moesten helpen, want ‘je doet té veel, Eddy’, bleven ze zeggen. Daar hebben we ’t nu nog over.
In de rol van zanger/gitarist voel ik me prettig hoor. In de rol van verteller, of, presentator, of hoe je dat ook noemt, óók. Maar sámen; dat is nog best een ding. Na een paar tracks voluit zingen en spelen, ben ik soms best ff buiten adem. Om dan in alle rust een verhaaltje te vertellen... pfoe, m’n stembanden maken behoorlijk wat meters. We beginnen met 5 shows achter elkaar, en dan is een show van twee uur vól gas geven met de stembanden, best een aanslag op die spiertjes. In die periodes, neem ik er dan ’s middags niet óók nog eens voice-over klussen bij, of TV-opnames. Dat zou killing zijn. Oh, er staat er wel eentje in de agenda trouwens, zie ik; een inspreekklus voor National Geographic. Maar die zijn vaak heel rustig, dus dat kan wel.”
Ooit schreef je een boekje, ‘Eeuwige Roem’, over mensen die niet van het scherm weg te slaan waren. Daar zou je nu zelf ook wel een hoofdstukje in kunnen opvullen. Want, zien we je nog op TV überhaupt?
“Op de populaire zenders zie je me minder, maar ik maak nog steeds wel TV en ook online-content. Tegenwoordig word ik voor de wat serieuzere dingen gevraagd. Voor RTV-Utrecht maak ik ‘Natuurlijk Zoëy’, een natuur-reeks. Je kunt me niet gelukkiger maken. Zó prettig om te maken, en met zoveel toewijding. Voor National Geopgraphic soms wat reportages, of een live-event. Voor AppieToday maakte ik twee reeksen van ‘Op Nu’. En verder heb ik afgelopen jaar wat kleine dingetjes met regie gedaan voor ‘Met de Deur in Huis’ voor SBS, en wat voor MTV. Dat boekje waar je aan refereert, was er één die met voorbedachte rade geschreven was (samen met Marcel Langedijk. red.) want ik wíst toen al dat ik minder TV zou gaan maken, tenminste, als gezicht dan. Eén van de redenen van het schrijven van dat boekje was om aan te tonen, dat niet iedereen roem als doelstelling heeft. Roem kan een nasty bijproduct zijn. Prettiger is als je je bezighoudt, met dat wat je écht leuk vindt om te doen. Ik bevind me nu in die gelukkige positie.”
Bedoel je dat je niet meer hoeft te werken voor je centen? Dat je al binnen bent?
“Haha, nee joh. Ik moet harder werken dan ooit. Maar het is absoluut ook gelijk een stuk leuker dan hiervoor. Ik wil niet afgeven op de tijd die was. Die was waanzinnig. Maar ik ben blijer op dit kleine riviertje dan in die wildstromende zee. Laat mij m’n tijd maar verdelen over muziek, kunst, theater, schrijven en hier en daar nog wat televisie of online. Het zit ‘m in de balans. En die heb ik op dit moment aardig te pakken.”