Zestien procent van de Nederlandse bevolking kwam in 2020 in aanraking met fraude. Dit blijkt uit een eerste, uitgebreide slachtofferstudie naar fraude in Nederland.
De studie werd uitgevoerd onder leiding van prof. dr. Marianne Junger van de Universiteit Twente. "Op basis van de gemelde schade in het onderzoek schatten we de totale schade jaarlijks op € 2,75 miljard," aldus Junger.
In 2020 maakte 42% van alle Nederlanders ouder dan zestien jaar een fraudepoging mee. Dit blijkt uit een onderzoek van Stichting Achmea Slachtoffer & Samenleving, International Card Services, de politie en de Nederlandse Vereniging van Banken. De resultaten zijn onlangs aangeboden in de Tweede Kamer aan Kamerlid Anne Kuik. Zij is lid van de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid.
Op basis van de resultaten in het onderzoek wordt de totale schade voor fraude door de onderzoekers geschat op € 2,75 miljard. Verliezen van slachtoffers zijn vaak klein, maar soms extreem groot. Hetzelfde geldt voor de psychologische impact op slachtoffers. Een minderheid van de slachtoffers ervaart veel last.
Aankoopfraude is de meest voorkomende fraudevorm met 11% slachtofferschap. Andere fraudevormen zijn bijvoorbeeld vriend-in-noodfraude (waaronder Whatsapp-fraude), datingfraude en spoofing. Dat laatste is het aannemen van een andere identiteit, waaronder helpdeskfraude. Daarvan wordt grofweg 1% slachtoffer.
Opvallend is dat slachtoffers bij slechts 12% van de incidenten achteraf contact opnemen met de politie. Ook bij andere partijen wordt fraude niet heel vaak gemeld. Denk aan banken, creditcardmaatschappijen en betaaldiensten. Dit verschilt echter per type fraude en hangt af van de gebruikte betaalmethode. Bij spoofing neemt bijvoorbeeld ruim de helft van de slachtoffers contact op met hun bank.
Iedereen kan slachtoffer worden van fraude, blijkt uit het onderzoek. Socio-demografische variabelen als leeftijd en geslacht spelen maar een beperkte rol. Wel worden jongeren vaker slachtoffer dan ouderen. Dat is echter niet wat vaak gedacht wordt. Jongeren t/m 35 jaar oud vormen 21,5% van de slachtoffers, ouderen 13,1%. Dit kan komen omdat jongeren meer online zijn.
Impulsiviteit en kennis over fraude blijken belangrijke voorspellers van slachtofferschap. Impulsieve personen worden vaker slachtoffer, vermoedelijk doordat ze (te) snel beslissingen nemen (niet impulsief: 14,7% slachtoffers; impulsief: 28,6% slachtoffers). Personen met meer kennis over fraude kunnen fraudepogingen beter weerstaan. Zij worden daardoor minder vaak slachtoffer.
"Uit onze studie blijkt dat het aantal slachtoffers kan dalen als mensen beter op de hoogte zijn van de werkwijze van fraudeurs. Ook het tegengaan van snelle beslissingen kan helpen bij het verminderen van slachtoffers," zegt Junger. "Denk bijvoorbeeld aan een simpele dubbele check voordat een betaling gedaan wordt. Ook aanpassingen in het ontwerp van handelsplatforms zouden hierbij kunnen helpen."
Over de hele wereld lijkt fraude steeds meer slachtoffers te maken. Terwijl de meeste vormen van criminaliteit afnemen, is er in fraudestatistieken een stijging zichtbaar. Het zicht op fraude is echter beperkt, omdat slachtoffers niet altijd aangifte doen. Een slachtofferstudie kan een completer beeld van het fraudeprobleem leveren. Prof. dr. Marianne Junger, prof. dr. Bernard Veldkamp en promovendus Luka Koning (MSc) van de UT voerden dit eerste uitgebreide onderzoek naar slachtofferschap van fraude in Nederland uit.
Slachtoffers van fraude wordt aangeraden om contact op te nemen met de Fraudehelpdesk en de partij waarbij de schade heeft plaatsgenomen.