Dit jaar worden voor alweer de tiende keer de Nationale Inbraakpreventieweken georganiseerd door de stichting NIPW.
Twee keer per jaar, in mei en juni en in november en december, bericht de stichting over inbraakpreventie. Dat gebeurt na uitgebreid onderzoek. Dagbladen, huis-aan-huisbladen en de radio nemen die informatie vaak over. Uit recent onderzoek blijkt dat de informatieoverdracht werkt: van de 613 onderzochte huishoudens geeft maar liefst 93 procent aan in de afgelopen twee jaar publicaties over inbraakpreventie te hebben gezien. 80 procent zegt te weten dat die voorlichting afkomstig is van de stichting Nationale Inbraakpreventie-Weken. Van deze 80 procent beweert 28 procent dat deze berichtgeving hen ‘zeker’ heeft aangezet tot het nemen van inbraakpreventiemaatregelen; bij ruim de helft (52 procent) is dit ‘enigszins’ het geval.
De afgelopen jaren daalde het aantal inbraken met ruim 50 procent, dankzij veel gelijktijdige initiatieven. Denk aan de ‘maak het ze niet te makkelijk’-campagne van de overheid, met het bekende zwaailichtje in de hoofdrol. Maar ook gemeenten, politie en woningcorporaties hebben, al dan niet gezamenlijk optredend, een belangrijke rol gespeeld. Uit de resultaten van het onderzoek naar inbraakpreventie blijkt dat de voorlichting van de stichting NIPW zeer effectief is en voor extra, direct toepasbare informatie zorgt.
Tekst gaat door onder de video
In het onderzoek heeft de stichting NIPW ook gevraagd naar welke informatiebronnen de voorkeur hebben als het gaat over inbraakpreventie. Een Politiekeurmerk Veilig Wonen-bedrijf scoort het hoogst met 55 procent. De voorlichting van zo'n bedrijf wordt ook het meeste vertrouwd. Op de tweede plaats staat (met 37 procent) de website van de stichting NIPW ; ook hierin heeft men een groot vertrouwen.
Op een gedeelde derde plaats (33 procent) komen de websites van leveranciers van inbraakbeveiliging en tips van familie, vrienden en kennissen. Het vertrouwen in leveranciers is minder dan dat in de eigen ‘inner circle’.
Op de vijfde plaats (31 procent) wordt de website van de politie genoemd. Bouwmarkten en ijzerwarenspeciaalzaken eindigen onderaan (21 procent), waarbij de speciaalzaken wel meer vertrouwen genieten dan de bouwmarkten.
De meeste woninginbrekers slaan hun slag via de achterdeur (39 procent) en de voordeur (32 procent). Elf procent van de inbrekers komt binnen door het openbreken van een raam op de benedenverdieping. De schuifpui en dubbele deuren staan op de derde plaats als toegang voor inbrekers.
Op Misdaad in Kaart, onderdeel van politie.nl
, is te zien hoe vaak en waar er de afgelopen drie maanden in jouw buurt is ingebroken. De kaart toont dagelijks een actueel beeld van alle inbraken en pogingen daartoe. Dat is dus een handige manier om te zien hoe jouw wijk ervoor staat en welke maatregelen je moet treffen.
Kijk op de website InbraakMislukt.nl en doe de InbraakPreventieCheck. Zo zie je snel of je huis goed beveiligd is. En zo niet, hoe je dat kunt verbeteren. Op deze website kun je ook de uitgebreide folder met handige tips downloaden.
Download de InbraakPreventieCheck-app in de Appstore of via GooglePlay (zoek op “stop inbraak”). De app leidt je in eenvoudige stappen op je mobiel door de verschillende ruimtes in je huis om te checken hoe goed je huis beveiligd is tegen inbraak. Je kunt zelfs een foto van het slot of raamboompje insturen en advies vragen.
Een goede manier om makkelijk informatie uit te wisselen over verdachte situaties in de buurt is een WhatsApp Buurtpreventiegroep. Op Goeree-Overflakkee is dat GO-alert. Dat is een organisatie van zo’n zestig WhatsAppgroepen verspreid over het hele eiland. Zij staan in direct contact met de politie en kunnen dus makkelijk informatie doorzetten, beide kanten op.
Het enige wat je hoeft te doen is je aan te melden via de website van GO-alert
en de beheerders zorgen ervoor dat je in de juiste groep terecht komt.
De stichting Nationale Inbraakpreventie-Weken is een publiek-private samenwerking met als doel woningbezitters bewuster te maken van het nut van goede inbraakpreventie, en hen aan te moedigen zelf maatregelen te nemen. En zo bij te dragen aan de doelstelling van het ministerie van Justitie en Veiligheid om het aantal inbraken en inbraakpogingen substantieel te verlagen. De stichting voert tweemaal per jaar campagne, in mei en juni en in november en december. De huidige campagne, in het voorjaar van 2019, is alweer de tiende. Partners in de stichting zijn de bedrijven Assa Abloy, Zo Veilig en Yale. Ze werken nauw samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid en het Verbond van Verzekeraars.