Samen met een kleine 70 scholieren bezocht burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman afgelopen woensdag Kamp Westerbork.
De groep kreeg een rondleiding op de locatie van het voormalige kampterrein. Ook bezochten ze een tentoonstelling in het museum. Met het leggen van bloemen stond de groep ook samen stil bij de 102.000 Joden, Sinti en Roma die vanaf deze plek aan hun laatste reis naar vernietigings- en concentratiekampen begonnen.
Bij het bezoek waren leerlingen aanwezig van de RGO Beroepscampus, het RGO College en de Prins Maurits.
Het bezoek vond plaats in het kader van 80 jaar vrijheid. “In de lessen krijgen de scholieren de feiten over de Tweede Wereldoorlog mee”, vertelt burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman. “Maar hier ervaren ze pas echt hoe het destijds geweest moet zijn. Hier krijgen de 102.000 mensen een gezicht en horen we hun verhaal.”
En dat was confronterend. De verhalen, namen en gezichten van de slachtoffers maakten indruk. “Straks leeft de generatie die de oorlog meemaakte niet meer. Maar de lessen zijn en blijven belangrijk, ook vandaag de dag”, aldus burgemeester. “De Holocaust begon met discriminatie, haat, vooroordelen en het buitensluiten van mensen. Dat gebeurt nu nog steeds. Het is aan onze jongeren om de verhalen door te geven, om te blijven herhalen dat we dit nooit meer willen.”
Kamp Westerbork was een doorvoerkamp in de Tweede Wereldoorlog. Nu is het een herinneringscentrum en een kampterrein. In het herinneringscentrum wordt het verhaal van de plek verteld, aan de hand van persoonlijke verhalen. Van mensen die via kamp Westerbork zijn weggevoerd, maar ook van bewakers, treinbestuurders, buren en mensen die Joden hielpen onderduiken of ontsnappen.
Het kampterrein ligt op zo’n 3 kilometer van het Herinneringscentrum. De barakken zijn weg. Maar op het terrein is de oorspronkelijke grootte en plaats van een aantal barakken zichtbaar. Eén barak is opnieuw opgebouwd. Oude paden en wegen zijn ook opnieuw aangelegd. En er zijn verschillende monumenten. Zoals de 102.000 stenen op de voormalige appelplaats, waarmee duidelijk wordt om hoeveel mensen het bij deze moord ging. Maar naast de massaliteit wordt ook duidelijk dat het om individuen ging. Elke steen is anders van hoogte, als symbool van de 102.000 mensen die omkwamen.
Het was een bijzonder bezoek, niet alleen voor de scholieren maar zeker ook voor de leraren en de burgemeester. Docent Matthijs Guijt van CSG Prins Maurits: “Ik ben dankbaar dat de burgemeester het belang van holocaust-educatie en het gevaar van antisemitisme op zo'n bijzonder mooie manier serieus neemt!”