Op donderdagochtend 27 maart is bij het Streekmuseum de nieuwe expositie ‘Een verdwenen Joodse gemeenschap’ geopend.
Door Sam Fish
Ooit liepen Joodse eilandbewoners dagelijks door de straten van Goedereede, en later van Dirksland, Sommelsdijk, Middelharnis en Oude-Tonge. Door de Sjoa was dat abrupt voorbij. Vertellen wie de Joodse eilanders waren, hoe zij leefden, wat zij geloofden én hoe zij vermoord zijn, is wat we nu nog kunnen doen om hun herinnering levend te houden. Immers: zolang iemand naam genoemd wordt, leeft diegene voort.
En dat is precies wat deze expositie zo belangrijk maakt. Pas als de verhalen niet meer verteld worden, is de gemeenschap echt verdwenen.
De expositie is niet zomaar een ruimte met foto's. Door het hele museum is de geschiedenis en het leven van de Joodse gemeenschap in beeld gebracht. Zo is er in het oude schoolklasje een gezicht gegeven aan alle overleden Joden die het eiland kent. In het Flakkeese kamertje is een Sabbath tafel ingericht waarmee het Joodse leven wordt uitgebeeld. En boven bij de touchscreentafel zijn diverse kledingstukken te vinden. En nog veel meer wat er door het hele museum te vinden is.
“We hebben bijvoorbeeld ook nog een gebedenboek”, vertelt Bertrand van den Boogert van het Streekmuseum. “Toen de Joden werden meegenomen werden al hun bezittingen afgevoerd. Een gebedenboek is toen in het ruim van een beurtschip blijven liggen en dat hebben wij nu. En we hebben de wandelstok van de laatste rabbi van Menheerse. Hij werd naar Amsterdam gebracht, maar door zijn functie werd hij niet meteen afgevoerd. In Amsterdam kwam hij een dorpsgenoot tegen. Hij gaf hem zijn wandelstok met de woorden ‘waar ik naartoe ga heb ik deze niet meer nodig’. Dat is toch wel een bijzonder item om te zien.”
“Je bent pas dood, als je naam niet meer wordt genoemd”, opent de burgemeester de expositie. “Gelukkig worden de verhalen en de namen van onze Joodse inwoners nog altijd gedeeld. Ze waren gewone mensen, ook in hun doen en laten. Gewone mensen die hier rondliepen, werkten en zorgden voor hun naasten. Gewone mensen die verliefd werden, boodschappen deden en hier opgroeiden.”
Gisteren was ze met een schoolklas naar Westerbork. En de verhalen die verteld werden, lieten zelfs de leerlingen in stilte achter. “Vandaag de dag leven we 80 jaar in vrijheid. Maar wat is 80 jaar? Een mensenleven. De 63 Joodse inwoners hebben ook nu nog een verhaal te vertellen. Telkens weer worden die verhalen verteld. Die verhalen moeten we levend houden, zodat we ook onze Joodse gemeenschap levend kunnen houden. En ik wil iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de expositie bedanken voor hun inzet.”
Als openingshandeling bevestigt burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman een mezoeza aan de deur naast de Flakkeese huiskamer. In een mezoeza zit normaal gesproken een gebed en is bevestigd aan huizen van Joodse inwoners. Met goedkeuring is deze mezoeza geplaatst zonder gebed erin, omdat er geen Joodse mensen wonen. Het is aan de burgemeester om de laatste spijker te slaan. Dat gebeurde dan ook onder luid applaus.
De expositie wordt mede mogelijk gemaakt door het Windfonds, de gemeente Goeree-Overflakkee, het Paul van Hessenfonds De tentoonstelling is officieel geopend en is te bezoeken tot 3 januari 2026. Je kunt hem vanavond al meteen bekijken, het Streekmuseum is namelijk gewoon open!