Goeree-Overflakkee herdenkt Watersnoodramp 1953

Op maandag 1 februari is het precies 68 jaar geleden sinds Goeree-Overflakkee werd getroffen door de Watersnoodramp.

De Ramp is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het eiland. Het is ook een keerpunt voor de inwoners. Hier wordt niet gesproken van voor of na de oorlog. Hier gaat het om voor of na de Ramp. Het is dan ook een gebeurtenis die nog elk jaar wordt herdacht. De slachtoffers en de overlevenden staan deze dag centraal in de gedachten van de eilandbewoners.

Normaal gesproken vinden er diverse herdenkingsdiensten plaats op het eiland. Bij monumenten of op begraafplaatsen. Dit jaar gaat dat door het coronavirus iets anders dan we gewend zijn. Dit jaar wordt er digitaal herdacht. Anders, maar niet minder gemeend. Zo werd vanmorgen een dienst gehouden op de begraafplaats in Oude-Tonge. En vanavond zijn er herdenkingsdiensten in de volgende dorpen:

Naast de herdenkingsdiensten hield burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman vanmiddag om 14.00 uur een toespraak vanaf de begraafplaats in Oude-Tonge. In de toespraak is ook het verhaal van Jos de Boet verwerkt. Hij was op 31 januari 1953 20 jaar oud en zat in militaire dienst. Die dag pakte hij de laatste pont vanaf Goeree-Overflakkee naar de overkant om aan het werk te gaan. Zijn ouders en negen broertjes en zusjes bleven achter in Oude-Tonge. Diezelfde nacht verloor hij zijn hele familie.

Het verhaal van Jos is een aangrijpend verhaal. Bekijk het hieronder, samen met de toespraak van de burgemeester.