Column – Deze discussie was zo niét de bedoeling

Foto: Ede.nieuws.nl

Nog niet zo lang geleden werden wij op het terras van één van de restaurants aan zee door iemand van de bediening in het Duits aangesproken. Een van de mannen uit ons gezelschap reageerde boos door te zeggen: “We zijn toch in Nederland. Of vergis ik mij en ben de verkeerde kant op gereden?” Hij was duidelijk beledigd.

Door Juffrouw Raadgever

Het meisje schrok en verontschuldigde zich. Het was voor haar ook heel verwarrend. Aan de neuzen van mensen kun je namelijk niet zien uit welk land ze komen. Dus moest ze op goed geluk de mensen aanspreken. En met een terras vol, waarvan de meesten Duitse gasten zijn, was het eigenlijk toch wel logisch dat ze zo nu en dan verkeerd gokte. Het was niet onaardig bedoeld.

Nog steeds uit zijn humeur gaf hij haar de raad om het eerst maar eens in het Nederlands, de landstaal te proberen. Dat zou in ieder geval voorkomen dat de Nederlandse gasten, zoals hij, zich niet meer welkom zouden voelen. De gastvrijheid van de Nederlanders gaat volgens hem te ver wat de taal betreft. Tuurlijk begrijpt hij dat iedere gast zoveel mogelijk met zijn eigen taal aangesproken wordt. Maar toch. Hoe ver moet je gaan. En of ze wel weet dat het andersom niet het geval is. In het buitenland wordt je nooit in het Nederlands aangesproken. Daar moet de Nederlander met zijn beste Engels, Duits of Frans en niet te vergeten met de handen en voeten, en een woordenboekje zich maar zien te redden.

Het arme meisje belooft er in het vervolg aan te denken. “Meneer, u heeft gelijk. Ook ik heb die ervaringen in het buitenland.” Ik zit op het puntje van mijn stoel om in te grijpen. Meer dan genoeg zo, denk ik, maar onze vriend is tevreden en laat het meisje gelukkig verder met rust.

Toch is de stemming gezet

Het onderwerp van gesprek is dus nu onze multiculturele samenleving en dat niet alleen in de vakantieperiode. Hij blijkt niet de enige te zijn die het opvalt dat ons landje steeds gekleurder wordt wat ook de taal betreft. Onverwacht krijgt hij bijval van iemand aan het tafeltje achter ons. Een oudere meneer weet te vertellen dat hem pas het zelfde is overkomen. Toen hij er iets van zei was de bediening zonder iets te zeggen weggelopen en had hij extra lang op zijn bestelling moeten wachten. Maar dat kan zijn eigen gevoel zijn geweest hoor. Maar toch, tijden veranderen, dat weet hij ook wel. Het is nog niet zo heel lang geleden dat het Algemeen Beschaaft Nederlands, het ABN, alleen door de verschillende dialecten die in de streken van Nederland gesproken vermengd werd. Nu hoor je steeds meer dat in de gewone spreektaal veel woorden door Engelse-, Duitse- en Franse woorden worden vervangen.

Boos

Mopperend vertelt mijn gezelschap dat het vooral tijdens de reclames bar en boos is. Je zou haast een Engels woordenboek naast je stoel leggen. Hij heeft het wel eens gedaan. Alle Engelse of anderstalige woorden tijdens de reclame opschrijven. Of we het nu geloven of niet. Hij had moeite om ze allemaal op papier te krijgen. Zo vaak en veel. Sommige reclames  zijn tot zijn verbazing helemaal in het Engels. Hij ergert zich eraan.

De oudere meneer is het helemaal met hem eens. De beide heren overtreffen elkaar met bewijzen hoe erg het gesteld is met ‘onze Nederlandse taal’. Ook de anderen mengen zich in het gesprek. Wat moeten en kunnen we hier tegen doen. “We raken onze identiteit kwijt,” besluit de oudere meneer met inmiddels een rood hoofd. Het blijft even stil.

Einde discussie

Ik maak van de gelegenheid gebruik en zeg: ”tijd om af te rekenen”. Deze discussie was zo niet de bedoeling. En ik wil van de zon, de zee en het strand genieten. Daar kwamen we toch voor. Einde discussie. We staan op en wensen het oudere echtpaar nog een heel fijne dag. Ik zucht van opluchting als wij ons bij de vele wandelaars op de boulevard voegen. Laat mij maar kijken en luisteren. Laat mij me maar verbazen over alle culturen die hier zichtbaar kleurrijk aanwezig zijn. Heerlijk ontspannen.

Met vriendelijke groet,

Juffrouw Raadgever

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen