Provincie investeert in groenere bedrijventerreinen

Bedrijven op bedrijventerreinen in Zuid-Holland kunnen 5000 euro subsidie aanvragen voor de aanschaf van bomen en planten.

Veel bedrijventerreinen bestaan uit steen, beton en weinig kleur. En dus is er veel te winnen als het gaat om vergroening. Dat zorgt voor een gezondere werkomgeving voor medewerkers. En daarbij draagt het ook nog eens bij aan meer biodiversiteit.

Bedrijventerreinen zijn meestal geen inspirerende plekken. Slecht één procent ervan bestaat uit natuur. Tegelijkertijd hebben we in Zuid-Holland zo’n 26.000 bedrijven op bedrijventerreinen. Daar zijn in totaal zo’n 450.000 mensen aan het werk.

“Daar is grote winst te halen voor mens en natuur,” zegt gedeputeerde Meindert Stolk. “Want mensen voelen zich fitter, vrolijker, werken productiever en ervaren minder stress in een groene omgeving. Bovendien zorgt het voor verkoeling bij zeer warm weer en het regenwater kan gemakkelijker weglopen.”

De provincie wil hier een handje bij helpen. Ze stellen daarom 250.000 euro subsidie beschikbaar voor bedrijven die hun omgeving willen vergroenen. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Een geveltuintje langs het hele pand, gewoon door wat tegels eruit te wippen. Of denk aan een kleine bijentuin, een moestuinbak of een eetbare lunchplek met fruitbomen.

Met de provinciale subsidie Groen Werkt Beter kunnen bedrijven tot 5000 euro subsidie aanvragen. Daarmee kunnen ze vergroenen én de medewerkers hierin meenemen. Denk aan uitleg geven over groenonderhoud of door te leren hoe je natuur onderdeel kunt maken van de werkdag. Dan gaan werknemers pas echt de positieve effecten van de natuur op hun gezondheid ervaren.

Het bedrijf KONE in Den Haag heeft als eerste bedrijf de subsidie al aangevraagd. “De subsidie kwam op een perfect moment,” vertelt directeur Harold Bussing. “We waren druk bezig met onze plannen om het kantoor bij-vriendelijker te maken. KONE draagt graag haar steentje bij aan meer biodiversiteit in de provincie. En we zien dat medewerkers er ook enthousiast over zijn.”