Limonadewesp op 1 in de nationale wespentelling

05 sep , 11:18 Nieuws
close up gewone wesp eric mahieu
De derde nationale wespentelling heeft voor het eerst een wespensoort als nummer 1 opgeleverd: de limonadewesp.
De posities 2 en 3 worden bezet door respectievelijk zweefvliegen en de honingbij. Daarna maken de Franse veldwesp en de (Europese) hoornaar de top 5 af. Dankzij een enorme groei in aantal deelnemers is ook het aantal waargenomen wespen fors toegenomen, al zegt dat niet alles over de wespenstand in Nederland. Tijdens de telling van dit jaar zijn 6854 limonadewespen geteld, wat ruim twee keer zoveel is als de zweefvliegen. Met 3346 waarnemingen staan de zweefvliegen op plek 2.
Eigenlijk bestaat de groep ‘limonadewespen’ uit twee soorten, maar die zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Zeker niet tijdens een telling. Deze twee soorten, de gewone wesp en de Duitse wesp, zijn de meest voorkomende wespensoorten in Nederland. En dat blijkt ook uit de resultaten van de telling.
De Franse veldwesp bezet als tweede wespensoort (en de vierde plek in de telling), gevolgd door de Europese hoornaar, die in de telling enkel ‘hoornaar’ werd genoemd. De invasieve Aziatische hoornaar staat bijna onderaan op plek 17 en werd niet in Drenthe, Friesland en Groningen geteld.

Honingbij

In de voorgaande jaren haalde de honingbij de nummer 1-positie in de nationale wespentelling. Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting zegt hierover: “Het lijkt erop dat mensen anders tellen, gerichter misschien wel. Juist omdat het zo slecht lijkt te gaan met de wespen is de focus wellicht meer geweest op wespen. Daardoor zijn honingbijen en zweefvliegen mogelijk onopgemerkt gebleven, of simpelweg niet geteld omdat mensen weten dat het geen wespen zijn. De bijen en zweefvliegen zijn voor ons ‘bijvangst’ en een stukje educatie naar de mensen. Ze leren op deze manier wat het verschil is tussen deze insecten en de wespen. De getelde wespen zijn voor ons van belang en het is mooi om te zien dat daar dit jaar een mooi resultaat uit gekomen is.”

2023 vs. 2024

Het aantal tellingen was in 2024 veel hoger was dan in 2023: 857 tegenover 170. Gemiddelde aantallen per telling geven een realistischer beeld. Zo werden er in 2023 gemiddeld 2,6 limonadewespen geteld, tegenover gemiddeld 8 in 2024. Het gemiddeld aantal Europese hoornaars was in 2024 0,4 en Franse veldwespen kwamen op een gemiddelde van 0,9. In 2024 waren het gemiddeld 1,2 Europese hoornaars en 0,4 Franse veldwespen per telling.
De definitieve aantallen wijken iets af van die op de resultatenpagina op tuintelling.nl. De resultaten op tuintelling.nl zijn namelijk automatisch gegenereerd op basis van de vooraf gekozen soorten in de wespentelling. In onderstaande tabel zijn handmatig toegevoegde soorten toebedeeld aan de groepen.
SoortGeteld in 2024Per telling 2024Per telling 2023
1Limonadewesp68548,02,6
2Franse Veldwesp7770,91,2
3Europese hoornaar3800,40,4
4Sluipwesp2950,30,6
5Graafwesp2620,30,7
6Langkopwesp2310,30,1
7Bladwesp1990,2-
8Muurwesp1430,20,2
9Goudwesp750,10,1
10Bijenwolf610,1-
Totaal978811,46,7

Wespen in Nederland

Een belangrijk doel van deze jaarlijkse wespentelling is om een beeld te krijgen hoe het met de wespen in Nederland gaat. Fleurke: “Hoewel we begrijpen dat iedereen hier nu al antwoord op wil, kunnen we hier nu nog geen conclusies uit trekken. Dit is pas de derde wespentelling op rij, en aansluiten bij Tuintelling blijkt een gouden greep. Dit jaar hebben we ruim vier keer zoveel tellingen binnen gekregen dan in de eerste twee jaren. Vanaf volgend jaar kunnen we misschien voorzichtig wat conclusies trekken. Een echt goed beeld van de stand van de wespen krijgen we na nog een paar van deze tellingen.”

Specifiek

Bij het invoeren van de telling was het dit jaar ook mogelijk om soorten handmatig in te voeren als die niet in de lijst stonden. Hier zaten enkele zeer specifieke soorten bij, die soms met hun wetenschappelijke naam werden opgegeven. In de uiteindelijke resultaten zijn deze tellingen opgeteld bij de soortgroepen die op het telformulier stonden. Zo werden er tientallen knollenbladwespen en pottenbakkerswespen geteld. Een enkele fanatiekeling vond dat ook de dambordvlieg meegeteld moest worden.

Nipt tweede

De provincie Zuid-Holland is als bevolkte provincie met de meeste inwoners nipt tweede geworden met aantal tellers en aantal tellingen. De provincie Gelderland leverde als provincie met het grootste oppervlak de meeste tellers (113) en tellingen (140). In Flevoland werd het minst geteld, met 16 tellingen door 11 tellers. De verhoudingen tussen verschillende provincies lijken aardig in verhouding met de inwonersaantallen, wat kleine verschillen daargelaten. Zo waren er in Zeeland meer tellers en tellingen dan in Flevoland, terwijl Zeeland het laagste inwonersaantal heeft.
Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting is verguld met de toename van het aantal tellers. “Met dit soort aantallen krijgen we echt een realistisch beeld van de stand van de wespensoorten in Nederland.” Op de vraag waar deze groei vandaan komt antwoordt Fleurke: “Het is volgens mij een combinatie van de belangstelling voor het Jaar van de Wesp, en het onderbrengen van de wespentelling bij Tuintelling. En misschien een beetje omdat de Wespenstichting steeds bekender wordt. We krijgen daarnaast ook opvallend veel berichten van mensen die melden dat ze weinig wespen zien. Misschien dat een deel daarvan uit bezorgdheid heeft meegedaan”, besluit Fleurke.
  • Wil je niets missen? Volg ons dan op Facebook!
  • Wil je adverteren op deze website? Bekijk dan hier de mogelijkheden.