Dina Buurman-de Bonte werd geboren op 26 november 1918 in Den Bommel waar ze tot haar zevende heeft gewoond. Nu, 100 jaar later, woont ze in Ooltgensplaat en is ze overdonderd door haar verjaardagsbezoek.
Door Sam Fish
Haar bijzondere verjaardagsvisite komt een dag later, maar is zeker welkom. “Wat bent u toch een verschrikkelijk lief mens,” klinkt het zachtjes. Ze heeft de handen vast van burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman en kijkt haar liefelijk aan. De dochter van Dina laat weten dat haar moeder zenuwachtig was voor het bezoek; “Vroeger waren burgemeesters grote, statige mannen. Groter dan dat werd het niet, dus ze vond het erg spannend.” Het is dan ook niet de laatste keer dat Dina haar liefde voor onze burgemeester laat horen.
Levensloop
Dina verhuisde op haar zevende naar Ooltgensplaat waar ook haar zeven andere broertjes en zusjes geboren werden. Op haar tiende kroop ze al achter een naaimachine om reparaties uit te voeren voor het gezin. Ze vond dit leuk om te doen, maar heeft zich af en toe aardig bezeerd. “Ik kreeg een naald door mijn duim,” vertelt ze. “Verder heb ik ook op het land gewerkt, ik deed alles wat de anderen ook deden. Ik moest wel, maar ik vond het niet erg.”
Op 19-jarige leeftijd trouwde ze met haar man die in 2013 helaas is overleden. “Hij is maar 95 jaar geworden,” zegt ze. “In 2012 waren we 75 jaar getrouwd.” Ze hebben samen een zoon en een dochter op de wereld gezet die hebben gezorgd voor zes kleinkinderen. Inmiddels hebben ze ook al tien achterkleinkinderen en zelfs al twee achterachterkleinkinderen.
Gezelschap
Een broer van Dina komt nog elke ochtend langs voor wat gezelschap. “Een uurtje ongeveer, dan moet ik weer naar huis voor het huishouden,” zegt hij lachend. Haar dochter komt ook elke dag langs; “Dan breng ik een pannetje eten mee en dan eten we gezellig samen aan tafel.”
Verder brengt ze haar dag door met tijdschriften. “Ik zit gewoon,” zegt ze stellig. “En die boekjes vind ik wel leuk, maar vooral de plaatjes, want lezen lukt niet altijd meer.”
“Ik vind u toch zo’n lief mens,” zegt ze weer tegen de burgemeester, ze heeft nog steeds haar handen stevig vast. “Zo lief!”