Er staat ons deze en volgende maand een heuse ‘planetenparade’ te wachten. Deze is zichtbaar aan de avondhemel, mits het niet bewolkt is.
Marc van der Sluys is redacteur bij de website hemel.waarnemen.com en docent Sterrenkunde aan de Universiteit Utrecht. Volgens hem zijn tussen 2 januari en 5 maart in de meeste nachten zes planeten tegelijk zichtbaar. In ongeveer de helft van de gevallen is ook de maan te zien.
In het begin van deze periode, tot en met 23 februari, is alleen Mercurius niet te zien. Vanaf 25 februari is alleen Saturnus onzichtbaar. Na 5 maart verdwijnt Neptunus uit beeld. En daarna worden ook Mercurius en Venus onzichtbaar.
Om de planetenparade te kunnen zien hoef je echt geen dure snufjes in huis te halen. Tussen ongeveer 17.30 en 20.30 uur zijn de planeten met het blote oog te zien. Let wel, deze tijden variëren van nacht tot nacht. Aan het begin en einde van een periode is dit maar erg kort, slechts een uur of minder. Maar bij het ‘hoogtepunt’, tussen 11 en 14 januari, is dit meer dan drie uur.
Ga rond 19.00 uur naar buiten en kijk naar het zuiden. Helemaal links, iets achter je, zijn Mars als heldere rode ‘ster’ en de Maan te zien. Links voor je, in het zuidoosten, zie je de heldere Jupiter. Uranus is daar ook te zien, maar alleen met een verrekijker. Rechts voor je, in het zuidwesten kun je met een telescoop Neptunus vinden. Diezelfde kant ook vind je ook een zwakke Saturnus en een zeer heldere Venus.
De Maan verdwijnt tweemaal tussendoor, gedurende een week of twee rond Nieuwe Maan. Dat is van 17 tot 29 januari en tussen 14 en 27 februari. Daarbuiten zijn er dus periodes van tweemaal vijftien en eenmaal zes nachten met zes planeten en de Maan aan de hemel. De laatste keer dat dat gebeurde was in september vorig jaar. De volgende keer is in augustus dit jaar (negen nachten; alleen Mars is onzichtbaar).
Volgens Van der Sluys is de planetenparade gedeeltelijk een hype. Er wordt dan vaak online overdreven hoe bijzonder dit is. “Normaal gesproken, in ruim 87 procent van de nachten, zijn er drie tot vijf planeten en/of de Maan zichtbaar. Zes of meer planeten, inclusief de maan, komt voor in bijna 10 procent van de nachten. Zeven of meer planeten komt voor in ruim 1 procent van de nachten. Het is dus niet verschrikkelijk zeldzaam”, laat hij weten.
Hierbij komt nog dat voor de planeten Uranus en Neptunus, en vaak ook voor Mercurius, een verrekijker of telescoop nodig is. “Je ziet dan bijvoorbeeld alleen Neptunus, en niet in één blik de andere planeten”, aldus Van der Sluys. Van de zes zichtbare planeten zijn er maximaal vier met het blote oog zichtbaar, plus de Maan.
Toch is het aardig om op een heldere avond naar buiten te stappen. De verschillende planeten en Maan staan namelijk op een rij, verspreid over de hemel. Aan de hemelbol vormt dit een denkbeeldige gekromde lijn, die de ecliptica (ook wel dierenriem) wordt genoemd, en die het vlak van het zonnestelsel, waarin de planeten baantjes draaien, aan de hemel weergeeft. Die lijn kun je ‘zien’ door de planeten en Maan in gedachten met elkaar te verbinden. “Dat geeft een klein beetje inzicht in hoe ons zonnestelsel eruit ziet vanaf de Aarde”, aldus Van der Sluys.