Van 13 tot en met 15 juni is er weer de jaarlijkse libellentuintelling en iedereen kan daar aan meedoen, met en zonder water in de tuin.
Als je een vijver in de tuin hebt – met een mooie water- en oevervegetatie en zonder vissen – dan heb je vast en zeker libellen. Zelfs in tuinen zonder water kun je libellen tegenkomen. Zij zijn op zoek naar insecten om te eten. De Vlinderstichting is benieuwd welke soorten in tuinen zitten en hoeveel. Wie telt er mee?
Met de libellen gaat het niet meer zo goed als we aan het begin van deze eeuw dachten. In eerste instantie namen libellen zowel in verspreidingsgebied als in aantal individuen nog toe. Maar vanaf ongeveer 2009 is er een verandering te zien. De verspreiding is gestabiliseerd, maar het aantal individuen neemt duidelijk af.
Hoe het met de stand van de libellen in ons land gaat, weten we door het meetnet libellen. De Vlinderstichting verzamelt hiermee al sinds 1998 actuele informatie over de veranderingen in de libellenstand. Er zijn in Nederland honderden telroutes uitgezet, die overal op dezelfde manier worden geteld. Dat is minimaal eens in de twee weken, van mei tot en met september. Die routes liggen vrijwel allemaal buiten tuinen, in natuurgebieden en in het agrarisch gebied.
Hoewel libellen water nodig hebben om zich voort te planten, zijn ze op allerlei plekken te verwachten. Voor het vinden van voedsel gaan ze (soms ver) weg van het water. Sterker nog: als ze nog niet geslachtsrijp zijn zitten ze juist niet bij het water, omdat ze dan continue worden gestalkt door op seks beluste soortgenoten.
Een zonnige tuin met veel bloeiende planten heeft veel insecten en dat is waar libellen op jagen. Als je een mooie vlindertuin hebt, dan zijn er vast ook libellen. En die kan je binnenkort gaan tellen.
Er zijn twee groepen libellen: de waterjuffers (of 'juffertjes') en de 'echte' libellen. Die laatste term is wat verwarrend, want ook juffertjes zijn libellen. Ze zien er wel heel anders uit. Juffertjes zijn over het algemeen klein en hebben een heel dun achterlijf. De vleugels zijn in rust over dat achterlijf gevouwen.
De 'echte' libellen zijn vaak groter en hebben een relatief dik achterlijf. De vleugels staan in rust uit elkaar, aan weerszijden van het achterlijf. Van beide kun je verschillende soorten in je tuin tegenkomen.
Tel je mee? Dat kan op vrijdag 13, zaterdag 14 en zondag 15 juni. Kies op één van deze drie dagen een zonnig moment. Dat is namelijk wanneer de meeste libellen zich laten zien. Wandel door je tuin, of ga bij de vijver zitten en noteer 15 minuten alle libellen die je ziet.
Tel de waarnemingen niet bij elkaar op, het kan zijn dat je één libel twee keer telt. Geef dus alleen het hoogste aantal libellen door die je tegelijk hebt gezien. Voorbeeld: Je ziet eerst drie watersnuffels tegelijk. Tien minuten later zijn er weer twee te zien. Dan geef je door dat je er drie hebt gezien.
Deze aantallen geef je door via de website van tuintellingen.nl. Zie je later op de dag, of op een ander telmoment weer libellen? Dan kun je die doorgeven via een nieuwe telling. Je kunt zoveel tellingen doorgeven als je maar wilt, als je steeds maar op nul begint.