De avondklok heeft maandag 22 februari officieel een nieuwe wettelijke basis gekregen. Dat is twee dagen later dan minister Grapperhaus vrijdag had aangekondigd.
Het verlaat ingaan van die wettelijke basis heeft aardige gevolgen. Het betekent namelijk dat de avondklokboetes van het afgelopen weekend nog onder de oude juridische grondslag vallen. Daarmee bestaat de mogelijkheid dat die boetes van tafel gaan. In totaal zijn er sinds 23 januari, de start van de avondklok, al 33.000 bekeuringen uitgedeeld.
Het gerechtshof in Den Haag bepaalt vrijdag of de oude basis voor de avondklok voldoende is of niet. Als het hof net als de rechtbank vindt dat dit niet het geval is, dan heeft dat waarschijnlijk gevolg voor de boetes die al zijn opgelegd. Het Openbaar Ministerie (OM) en Grapperhaus zullen daar met elkaar over in gesprek gaan. Als het hof de oude verankering alsnog goedkeurt, verandert er niets, zo meldt het ministerie.
De avondklok hangt hoe dan ook onder de nieuwe wettelijke grondslag. Dat vond zowel de Eerste als de Tweede Kamer vorige week in haastig ingelaste debatten. De ministeriële regeling van de avondklok is vanaf nu gekoppeld aan de zogenoemde tijdelijke coronawet (Twm). Deze valt weer onder de Wet publieke gezondheid (Wpg).
De oude grondslag onder de avondklokregeling is maandag buiten werking gesteld, meldt het ministerie. Dat was de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg). Grapperhaus wilde dat dit het liefst zaterdag al zou gebeuren, maar volgens het ministerie was er meer tijd nodig.