Steeds meer 15- en 16-jarigen zijn de afgelopen jaren gaan werken. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Bijna een derde van de werkenden ging aan de slag als vakkenvuller. Ook werkten ze relatief vaak in de horeca, als verkoopmedewerker in de detailhandel of achter de kassa. Van alle jongeren tussen de 15 en 27 jaar had bijna 78 procent eind vorig jaar een baan. Begin 2020, bij de uitbraak van de coronapandemie, was dat percentage een stuk lager. Onder 25- en 26-jarigen was de arbeidsparticipatie met ruim 85 procent het hoogst. Zij werkten gemiddeld 34 uur per week. Ruim twee derde van deze leeftijdsgroep volgt geen onderwijs meer.
In de leeftijdsgroep van 15 en 16 jaar kwamen er de afgelopen twee jaar de meeste werkenden bij. In het vierde kwartaal van 2021 werkte nog 56 procent van deze groep. In het laatste kwartaal van 2023 was dat opgelopen tot 63 procent. Zij werkten gemiddeld negen uur per week. Het betreft vooral scholieren met een bijbaan. Sinds 2021 zijn 15- en 16-jarigen vooral meer in de horeca gaan werken, zowel als keukenhulp als in de bediening.
Het aantal jeugdwerklozen daalde de afgelopen twee jaar niet. Met 157.000 werkloze jongeren in het vierde kwartaal van 2023 waren er 8000 meer jongeren werkloos dan twee jaar geleden