Boeren die meedenken over de aanpak van het landelijk gebied in de provincie Zuid-Holland, krijgen hier binnenkort geld voor.
Zuid-Holland heeft, net als enkele andere provincies, besloten om 200.000 euro beschikbaar te stellen voor een zogeheten deelnamevergoeding. Omdat boeren en ook vrijwilligers van lokale natuur- en landschapsorganisaties vaak specifieke kennis hebben van bepaalde gebieden, wil Zuid-Holland hen hiervoor betalen.
“Hun inzet is op dit moment intensief”, geeft Mariëtte van Leeuwen aan. Zij is gedeputeerde namens de BBB en coördinator van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). “Het zou jammer zijn als we ze aan tafel verliezen.” De provincie krijgt van de zogeheten gebiedspartners signalen dat hun leden of vrijwilligers “overvraagd worden”. Dit komt doordat ze naast hun reguliere baan vaak aanschuiven bij overleggen. Omdat dit vrijwilligerswerk zo “structureel van aard” is, komt Zuid-Holland met een financiële tegemoetkoming. “Wanneer de kennis niet via de gebiedspartners kan worden ingebracht, zou deze moeten worden ingehuurd.”
Alle provincies stelden vorig jaar op verzoek van het Rijk een actieplan voor het landelijk gebied op, het PPLG. Daarin staat hoe ze bepaalde doelen op het gebied van water, natuur, klimaat, stikstof en landbouw willen behalen. Bij de uitwerking van de plannen werken de provincies nauw samen met bewoners en gebruikers van de betreffende gebieden.
“Met hun kennis en tijd dragen ze bij aan de invulling van het programma”, aldus Van Leeuwen. De financiële tegemoetkoming is bedoeld voor “agrariërs en specialisten of vrijwilligers van lokale natuur- en landschapsorganisaties. Zij mogen niet op een andere manier gecompenseerd worden voor hun inzet”. De exacte invulling van de regeling, die loopt tot eind volgend jaar, moet de provincie nog uitwerken.
Het geld komt uit de financiële middelen die het Rijk beschikbaar stelt voor het PPLG.