De huidige
Landbouwminister Wiersma (BBB) en de boerenorganisaties beweren dat agrariërs
als hardwerkende ondernemers het slachtoffer zijn van stemmingmakerij en een
nalatige overheid. Toch is het duidelijk dat de landbouwsector een grote
verantwoordelijkheid draagt voor de huidige ecologische crisis.
Door André Vermeulen
Al decennialang
verzetten boeren zich tegen maatregelen die de natuur moeten beschermen.
Bijvoorbeeld tegen het beperken van het mestoverschot. Dit heeft geleid tot een
toename van de stikstofuitstoot, met alle gevolgen van dien. Verzuring van
bodem en water, verlies aan biodiversiteit en de vorming van schadelijke
fijnstofdeeltjes in de lucht. Om deze problemen aan te pakken, is een
drastische omslag naar duurzame landbouwmethoden noodzakelijk. Denk aan
kringloop- en biologische landbouw.
Voor een dergelijke
verduurzaming van de landbouw is overheidsbeleid nodig. Daarbij moet een balans
tussen economische, sociale en ecologische belangen centraal staan.
Juist in deze tijd van
noodzakelijke verduurzaming schrapt minister Wiersma het NPLG (Nationaal
Programma Landelijk Gebied). Een stap in de verkeerde richting, aangezien het
NPLG was opgezet om in de provincies de problemen rond stikstof, natuur en
waterkwaliteit gebiedsgericht aan te pakken. Door dit programma te schrappen,
kiest het kabinet-Schoof onomwonden voor de kortetermijnbelangen van de
landbouwsector. En dat ten koste van een duurzame toekomst voor samenleving en
milieu.
- Wil je niets missen? Volg ons dan op Facebook!
- Wil je adverteren op deze website? Bekijk dan hier de mogelijkheden.