Het CDA is zeer teleurgesteld over het uitblijven van een eerste reactie van het Zuid-Hollandse college van Gedeputeerde Staten op de Kamerbrief van minister Wiersma.
Pogingen van het CDA om van de gedeputeerde een reactie te krijgen zijn tot nog toe niet gelukt. Voor het CDA is het echter wél belangrijk om te weten welke acties op korte termijn kunnen worden verwacht voor de Zuid-Hollandse PAS-melders en interimmers. Deze agrarische ondernemers verkeren al sinds 2019 in onzekerheid over hun toekomst.
Over minder dan drie maanden loopt de gedoogtermijn af en de agrariërs gaan dan ook met angst en beven het nieuwe jaar in.
Op 29 mei 2019 deed de Raad van State uitspraak over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Het was in strijd met de Europese natuurwetgeving. Sinds dien verkeren de agrarische ondernemers die PAS-melder of interimmer zijn in grote onzekerheid. En met alle gevolgen van dien. Hun bedrijfsvoering is namelijk sinds 2019 buiten hun schuld illegaal.
Het ingestelde legalisatieprogramma voor deze groep agrariërs loopt tot 1 maart 2025. Daarna zullen provincies hun handhavende taak moeten uitvoeren. De minister van LVVN heeft in haar Kamerbrief van 28 november jl. aangegeven aan te sturen op een verlenging van drie jaar van het hierboven genoemde legalisatieprogramma. Verder legt zij een actieve rol neer bij provincies in het zoeken naar oplossingen voor deze groep. Het CDA had graag een eerste reactie van het college van GS willen horen over deze Kamerbrief, maar het is tot nu toe oorverdovend stil gebleven.
Tea Both-Verhoeven: “Ik mis het urgentiebesef. De situatie van de PAS-melders en interimmers naar aanleiding van de Kamerbrief wordt pas op 12 februari in de Statencommissie Landelijk Gebied besproken. Met de deadline van 1 maart 2025 in zicht zal de spanning onder onze Zuid-Hollandse PAS-melders en interimmers hoog oplopen. Door middel van schriftelijke vragen hoop ik op korte termijn toch een reactie van de gedeputeerde te krijgen.”