Begin dit jaar was officieel de start van de restauratie van het Fort Prins Frederik in Ooltgensplaat. Dat gebeurde met het (her)planten van een kastanjeboom. Toen was nog niet bekend dat die starthandeling een verrassend vervolg zou krijgen.
Sinds 1 februari 2018 is de gemeente Goeree-Overflakkee eigenaar van Fort Prins Frederik. De gemeente wil van het fort een exploitabel fort maken. Eén waar niet alleen inwoners en plaatselijke recreanten, maar ook toeristen profijt van hebben. Om dit doel te bereiken zijn meerdere stappen nodig die de gemeente zet. Dit doen ze samen met de provincie Zuid-Holland.
Van de historische gebouwen was met name de geschutstoren in slechte staat. De oorzaak daarvan was vooral de gronddekking bovenop het fort. Door het gewicht van de grond en het water dat hieruit naar beneden liep, gingen in de loop van de tijd grote stukken muur kapot. Reden voor de gemeente voor een grootscheepse restauratie. Hiermee werd begin dit jaar gestart. Vanaf medio mei zijn de slechte delen van het metselwerk verwijderd. Daarnaast is er vorige week gestart met het opmetselen en voegen van de nieuwe stenen.
Klaas Baas
50 Jaar geleden begon Klaas Baas als beheerder op Fort Prins Frederik. Hij bleef dit tot kort na de eeuwwisseling. Dit was voor het fort een bloeiperiode. Naast zijn rol als beheerder vervulde de heer Baas voor alle recreanten en bezoekers van het fort een belangrijke sociale functie. Reden om de start van het herstellen van de geschutstoren te markeren met de onthulling van een gedenksteen door de heer Baas. Dit gebeurde in aanwezigheid van burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman en wethouder Daan Markwat. Hij is tevens voorzitter van de erfgoedlijn Goeree-Overflakkee.
“Het rijksmonument Fort Prins Frederik is één van de monumentale boegbeelden van Goeree-Overflakkee,” verwoordt Daan Markwat. “Klaas Baas zien wij vandaag als het boegbeeld van Fort Prins Frederik omdat hij 50 jaar geleden aan de wieg stond van een bruisend fort. Met de start van de restauratie van de geschutstoren willen we hierop voortbouwen.”