Onlangs werd de bouw van de flexwoningen stilgelegd. Het mocht toen weer beginnen, maar werd opnieuw stilgelegd. Nu mag de bouw weer terug verdergaan.
Dat heeft de voorzieningenrechter van Rechtbank Rotterdam dinsdagmiddag 24 oktober besloten. Woningcorporatie Oost West Wonen kan per direct de werkzaamheden hervatten. De gemeente en Oost West Wonen zijn tevreden met de uitspraak. Bij de zitting benadrukten ze de noodzaak om zo snel mogelijk weer door te gaan met bouwen. De ruim 300 Oekraïense vluchtelingen, die al vanaf het begin van de oorlog in maart 2022 in de gemeente zijn, worden nu opgevangen op tijdelijke locaties. Daarvan lopen huurcontracten af of de panden zijn weer nodig voor andere doeleinden. In zijn mondelinge uitspraak erkende de rechter de noodzaak van het maatschappelijk belang. Er ligt een vergunning in ontwerp ter inzage. De werkzaamheden kunnen worden hervat.
De rechter legde afgelopen vrijdag een ordemaatregel op voor het project. Dat betekende dat de heiwerkzaamheden tijdelijk stopten. Dat was tot en met de zitting. Dat deed hij, op verzoek van de advocaat van een aantal omwonenden. De rechter gaf daarbij aan tijd nodig te hebben om goed en inhoudelijk naar het dossier te kijken. Met de uitspraak is de ordemaatregel beëindigd.
Zitting
De zitting bij de voorzieningenrechter ging over de vraag of de schorsing van de eerdere ‘kruimelvergunning’ nog gold. Daarnaast was de vraag of het terecht was dat het college van binnen een aantal uren moest beslissen op een verzoek tot handhaving op het project. In beide gevallen oordeelde de rechter in het voordeel van de gemeente. De kruimelvergunning is inmiddels ingetrokken en de bouwwerkzaamheden zijn op basis van de nieuwe vergunningsprocedure.
Daarnaast vond de rechter dat het college een redelijke termijn moest worden geboden om een besluit te nemen op het verzoek tot handhaving. Een aantal uren vond hij daarbij te kort. De rechter vindt een beslistermijn van twee weken redelijk, en dat is tot 31 oktober. Daarom oordeelde de rechter dat het ingestelde beroep niet-ontvankelijk was.
Vervolg
Het college houdt zich aan de beslistermijn van twee weken voor het handhavingsverzoek. Daartegen kan bezwaar worden ingediend én opnieuw een verzoek op voorlopige voorziening bij de rechtbank. In die procedure toetst de rechter vervolgens of van handhaving kan worden afgezien en of er daadwerkelijk sprake is van concreet zicht op legalisatie.