Om meer over de mol te weten te komen houdt de Zoogdiervereniging zaterdag 19 en zondag 20 januari voor de vierde maal de
Landelijke Mollentelling .
Overal in ons land komen mollen voor, behalve op de Waddeneilanden. Maar hoeveel het er zijn is niet bekend en evenmin welk leefgebied de voorkeur heeft van de graver.
Vorig jaar werden 53.000 molshopen geteld. Maar één mol maakt meerdere hopen, dus het aantal hopen zegt nog niks over de aantallen dieren. Mollen hebben het door klimaatverandering steeds moeilijker, stelt IVN Natuureducatie. Door droogte moeten ze steeds dieper graven om bij water en bodemdieren te komen. En dat terwijl mollen niet heel lang zonder voedsel kunnen. Maar als het te hard regent, stroomt het gangenstelsel van het dier vol en volgt de verdrinkingsdood.
Niet bedreigd
De mol is in Nederland niet beschermd: op de
Rode Lijststaat hij geregistreerd als ’thans niet bedreigd’. Sommige mensen bestrijden het dier omdat molshopen het gazon vernielen. Maar dat is volgens de Zoogdiervereniging niet verstandig. Zodra een mol verdreven is, neemt een andere zijn gangenstelsel over. Mollen zorgen ook voor goede beluchting van de grond en eten slakken en insectenlarven op. Wie in het weekeinde mollen telt, kan de waarnemingen doorgeven op het
mollenmeldpunt of via
Jaarrond Tuintelling .