Van 4 tot en met 26 juli was alweer de twaalfde tuinvlindertelling van de Vlinderstichting . En het is duidelijk dat de atalanta dé vlinder van ons land is.
Door Hedwig Heeren
Dit jaar waren er 14.000 tellingen in 4500 tuinen. Daarbij werden meer dan 117.000 vlinders geteld. De relatief grote, oranje met zwarte atalanta was behoorlijk talrijk in 2020. Hij werd in 83 procent van de tuinen gespot. De dagpauwoog eindigde op nummer twee en het klein koolwitje werd derde.
Opvallend was dat in de noordelijke provincies veel meer vlinders werden geteld dan elders. Van alle atalanta’s werd maar liefst 79 procent boven de grote rivieren gespot. Voor de dagpauwoog was dat effect nog sterker. Daarvan werd 84 procent in het midden en noorden van het land gezien. Toch zijn er ook vlinders die onder de rivieren in de meerderheid waren.
De koninginnepage bijvoorbeeld, werd net als in eerdere jaren met name in de zuidelijke provincies gezien. En ook het scheefbloemwitje, een nieuwkomer in Nederland, was in het zuiden talrijker dan in het noorden. Alle waarnemingen werden gemeld via de website vlindermee.nl.
Grote afwezige was de kleine vos. Tot 2017 eindigde deze oranje vlinder nog vier keer op de eerste plaats. Dit jaar haalt hij niet eens de top tien! Hij kwam namelijk op een elfde plaats met slechts 2600 getelde exemplaren. "We kunnen het nog iets relativeren door te kijken naar het aantal tuinen waar hij werd gezien. Dan eindigt hij nog op nummer tien. Hij is dus nog wel op veel plekken aanwezig, maar de aantallen zijn ongekend laag," aldus de Vlinderstichting.
Wat er aan hand is met de kleine vos blijft vooralsnog onduidelijk. "We zien hem de laatste jaren steeds verder wegzakken. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met de overlevingskans van de rupsen, die last hebben van het verdrogen van de voedselplanten. Maar helemaal zeker weten doen we dat niet."
Dit jaar werden er meer vlinders geteld in 2018 en 2019. Veel deelnemers hoopten dan ook op een goed vlinderjaar. "In vergelijking met de twee voorgaande jaren klopt dat ook," zegt de Vlinderstichting. "Maar als we wat langer teruggaan en vergelijken met de periode 2009-2017, dan zien we helaas een daling. Vlinders gaan langzaam maar zeker achteruit. De lichte opleving van dit jaar is dan ook geen reden tot optimisme."
De Vlinderstichting roept iedereen dan ook op om in de tuin iets te doen voor vlinders. Plant nectarplanten vlinders en voedselplanten voor rupsen. "Alleen dan kunnen we zorgen dat de daling een halt wordt toegeroepen."