In mei leggen alle vogels een ei. Dat houdt in dat ze de komende tijd een nestje gaan bouwen. Misschien wel in jouw vogelhuisje?
Vogelhuisjes kun je in vele soorten en maten kopen. Maar misschien is het nog wel veel leuker om er zelf eentje te maken. Boswachter Mathiska van Natuurmonumenten legt uit waar je op moet letten bij het maken van een vogelhuisje.
Vetbollen en pindaslingers trekken vogels aan, maar zonder geschikte nestgelegenheid komt een vogel niet broeden. In de natuur doen ze dat bijvoorbeeld in een holte of spleet in een oude boom. Maar ruimte voor zo’n grote boom is er niet in elke tuin en een vogelhuisje biedt dan uitkomst. Er zijn wel 60 soorten vogels die broeden in een nestkast. Bij Natuurmonumenten is een gratis vogelhuispakket aan te vragen met een bouwtekening van een vogelhuis. Daarnaast hebben ze ook recepten voor vogelvoer en tips voor het herkennen van tuinvogels. Deze materialen ontvang je na aanvraag meteen in je mailbox.
Niet elk vogelhuisje is geschikt voor elke vogel. Sommige vogels willen een klein gat, anderen juist weer een grote. Weer een andere vogel kijkt graag om zich heen en hebben liever een nestkast die half open is. Kijk daarom voordat je aan de slag gaat welke vogels er veel in jouw tuin te vinden zijn. Dan weet je dus ook meteen wat voor huisje je moet bouwen.
Volgens Natuurmonumenten zijn de meeste kant-en-klare vogelhuisjes van te dun hout. In de zomer wordt het dan te warm en als het koud wordt, koelt het juist weer te snel af. Maak je eigen huisje dus van wat dikkere planken. Je kunt het best gaan voor onbehandeld hout van minimaal 1,5 centimeter dik met het FSC-keurmerk. Wat betreft de ‘voordeur’ moet je hier aan denken:
Er zijn behalve de gaten en het hout nog andere dingen waar je rekening mee moet houden als je een vogelhuisje ophangt. Hieronder een aantal tips:
En nog een laatste tip: Zorg dat je het kastje goed stevig bevestigt. Het laatste wat je wilt is dat een vogelhuisje naar beneden valt als er vogeltjes in zitten. Daarnaast kun je ook in de tuin wat nestmateriaal ophangen, dat kunnen de vogels gebruiken voor het maken van hun nestje.
Door het ophangen van een vogelhuisje, biedt je vogels een veilige plek om te nestelen. Daarmee geef je ze ook gelijk een veilige plek om hun jongen op te voeden. Zo helpen we allemaal mee om de achteruitgang van het aantal vogels te stoppen. Het is dan ook belangrijk om katten tijdens het broedseizoen 's nachts zoveel mogelijk binnen te houden, of doe het dier een belletje om.
Wist je trouwens dat spechten vaak de opening van een nestkast open hakken om er zelf ook in te kunnen? Dit kun je voorkomen door een metalen bescherming om de opening te vouwen. En bij het voeren van de jongen vliegt een vogel vaak heen en weer. Zorg dan voor een veilige aanvliegroute, zodat roofvogels de vogel niet te pakken krijgen. Zo kunnen vogels hun nest veilig bereiken bij bramen en meidoornhagen in de buurt.