Het is een oorlog die ons allemaal treft

Een verschrikkelijke waarheid voltrekt zich voor onze ogen. Natuurlijk, we zouden veel meer willen doen, maar wij kunnen met elkaar niet de wereld redden.

Door Juffrouw Raadgever

Eindelijk geeft de buitenthermometer weer wat hogere cijfers aan. In de boom voor ons huis doet een vink zijn uiterste best om het begin van de lente aan te kondigen. Het vrolijke getjilp doet me goed. Gelukkig hebben vogels geen weet van oorlog en geweld en zingen ze er lustig op los. Zingen is heel goed tegen stress, dat heb ik pas nog in een damesblad gelezen. Het maakt een stofje aan in je hersenen die voor ontspanning zorgt. Het geeft een gevoel van vreugde. En eerlijk, uit ervaring weet ik dat het waar is. Tijdens het zingen heb je geen ruimte om de beslommeringen van de dag te overdenken. Heerlijk.

Om me heen hoor ik het schrapen van bezems over de stoeptegels. Het bewijs dat de buren hun plekje, voor in de zon, aan het inrichten zijn. Nu ook de nog steeds wel koude wind er niet meer is wordt het op de beschutte plekjes in de tuin de moeite waard om buiten te zitten. Het zonnetje erbij, helemaal top. Ook ik heb de droge bladeren van het terras verzameld. De groene tegels laat ik nog maar even zo. De vlinderboom moet teruggesnoeid worden als de vrieskou uit de lucht is. Nog even geduld dus.

De tuin in 

Met de gedachte vanmiddag even buiten te gaan zitten leg ik alvast de gebreide deken en het dikke vest klaar. In mijn ‘naar buiten mandje’ doe ik alvast een zonnebril, het mapje met pennen en mijn puzzelboekje. Of te wel mijn hersengymnastiek, maar ook het leesboek waarin ik halverwege ben gaat mee naar buiten. Het heet ‘Het achtste leven’ geschreven door Nino Haratischwili. Het is een pil van twaalfhonderdvijftig bladzijden dus voorlopig kan ik verder. Een roman. Zonder dat ik het wist waar ik aan begon bleek het boek heel toepasselijk te zijn voor wat er nu in het oosten allemaal gebeurt.

Het gaat over een Georgisch/Russische familie en heeft veel verwijzingen naar de staatsinrichting en het handelen van de machtslieden van Rusland in het begin van de twintigste eeuw en daarvoor. De verschrikkelijke gruwelijkheden tegen de bevolking zonder aanzien van personen. Maar ook de angst voor de onderdrukking en de slaafsheid van het volk. Je blijft lezen. De mand zet ik vast in de stoel en met een ’tot straks’, ga ik binnen aan de slag.

Visite

Inmiddels is het rond half twee. Het is er nog niet van gekomen. O, ja de wil is er wel. Dan gaat de bel. “Heb je even?”, vraagt een bekende stem. Maar natuurlijk heb ik even. Diep in mij komt de gedachte op; ik wil buiten zitten, ik gá buiten zitten. Als ik haar binnenlaat zeg ik: ”Hou je jas maar aan want ik was net van plan buiten te gaan zitten nu het zonnetje nog schijnt.” Tot mijn opluchting vindt ze het ook een goed idee. Gewapend met een kop thee instaleren we ons in de tuinstoelen.

Dan ziet ze mijn ‘naar buiten mand’ en vraagt lachend wat ik van plan ben. Ik leg haar uit dat ik op deze manier niet steeds naar binnen hoef om iets te halen en dat aan het eind van de zomer er nog veel meer in ligt zoals zakdoekjes en zonnebrandolie, snoepjes en zelfs mijn waaier. Dan ziet ze mijn puzzelboekje en zegt: “Ik heb een hersenkraker voor je; Wie is dit: hij noemt zich een bevrijder, maar blijkt een fantast, een sluwe vos, een misleider, een regisseur, een leugenaar, een massa moordenaar, een sadist, en een dictator te zijn. Raad wie ik bedoel.”

Trots op dat kleine landje

Nou dat hersen kraken valt hier wel mee. Op deze aantijgingen past op dit moment maar één man, de Russische president. We brainstormen wat over de afgelopen dagen. De berichten op de tv en het geld dat een klein land als Nederland toch maar even bij elkaar schraapt. Natuurlijk, we zouden veel meer willen, maar wij kunnen met elkaar niet de wereld redden. En dan doen we als klein land al zoveel. Daar zijn we best trots op.

De beelden komen ook bij ons binnen, het intense verdriet en de angst. We voelen ons zo machteloos. Dan zegt ze: “Weet je, voor mij geeft bidden een bepaalde rust. Ik weet dat niet iedereen er zo over denkt, maar voor mij is het heel belangrijk. Eerlijk, ik vertrouw erop dat heel veel mensen mee bidden en dat God de oplossing geeft. Hoe en wanneer? Daar heb ik geen antwoord op.” Dan blijft het een poos stil. Onze gedachten zouden een stil gebed kunnen zijn.

Met vriendelijke groet,
Juffrouw Raadgever

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen