Iets meer dan 6000 mensen zijn in de afgelopen week positief getest op het coronavirus. Dat is het laagste aantal sinds eind juni vorig jaar, 72 weken geleden.
Daarmee vervaagt de najaarsgolf van vorige maand steeds meer. Het RIVM registreerde in totaal 6077 bevestigde besmettingen in de afgelopen zeven dagen. Dat is 21 procent minder dan de week ervoor. Het is de vijfde week op rij waarin het aantal nieuwe gevallen daalt.
Het RIVM registreert alleen positieve uitslagen van tests die op de GGD-locaties zijn uitgevoerd. Steeds minder mensen gaan naar een teststraat. GGD’en hebben vorige week 8933 tests uitgevoerd, het laagste aantal in ongeveer twee jaar tijd. Van die tests was zo’n 50 procent positief, het laagste percentage sinds eind januari.
Zelftests thuis worden niet meegerekend, dus in werkelijkheid kunnen er meer besmettingen zijn. Daarom gebruikt het RIVM ook andere manieren om de verspreiding van het coronavirus in de gaten te houden. Dat doen ze bijvoorbeeld door te meten hoeveel virusdeeltjes in rioolwater zitten. Die concentraties dalen de laatste weken ook. Ook in verpleeghuizen testen steeds minder mensen positief.
Doordat minder mensen het coronavirus oplopen, belanden er ook steeds minder in een ziekenhuis. Vorige week zijn 286 mensen opgenomen omdat hun coronaklachten daar ernstig genoeg voor waren. Dat is het laagste aantal sinds begin september. In een week tijd daalde de instroom met 28 procent. Een maand geleden namen ziekenhuizen 773 mensen op vanwege hun coronaklachten.
De nieuwe subvarianten die rondgaan, leiden nog niet tot een nieuwe golf. Een van die virusversies, met de wetenschappelijke naam BQ.1, kan binnenkort dominant worden in Nederland. Er zijn geen aanwijzingen dat mensen daar zieker van worden dan van eerdere subvarianten.
De ’thermometer’ van het besmettingsrisico is dinsdag niet beoordeeld. Die blijft op het een na laagste niveau staan. De druk op de zorg en de samenleving is klein, maar kwetsbare groepen lopen risico, geeft de stand van de thermometer aan.