Mensen die willen stoppen met roken vinden het belangrijk dat hun omgeving ze daarin ondersteunt. Dit gebeurt nog onvoldoende.
In plaats van steun krijgen rokers die willen stoppen een afwachtende “eerst zien, dan geloven” reactie. Dat staat in een onderzoek van Verian (voorheen Kantar Public) dat in opdracht van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij is gedaan. Daarom is de organisatie een bewustwordingscampagne gestart, waarin de omgeving van een roker wordt opgeroepen om diegene te steunen bij het stoppen.
Volgens het onderzoek zijn naasten van een roker meestal positief over de stoppoging. Toch reageert de meerderheid (87 procent) afwachtend. Ze willen het eerst zien, dan pas geloven. Deze houding kan een negatieve invloed hebben op de motivatie van de stopper, stelt het onderzoek.
Een kwart van de rokers vertelt zijn of haar omgeving niets over het stoppen uit onzekerheid of om zich in te dekken als het toch niet lukt. Als de stopper toch weer begint te roken, dan roept dat vaak teleurstelling (73 procent), frustratie (46 procent) en verdriet (42 procent) bij de omgeving op. Dit tast het zelfvertrouwen van stoppers aan. Niet-rokers onderschatten het aantal stoppogingen ook. Ze denken dat bij de derde of vierde poging een roker erin is geslaagd om te stoppen. En dat terwijl dat gemiddelde op zes ligt volgens het onderzoek.
Het is daarom belangrijk om de stopper net zo lang te steunen tot het lukt, zegt Károly Illy van Gezondheidsfondsen voor Rookvrij. “Blijf de stopper vooral aanmoedigen. Iedere stoppoging brengt de stopper een stap dichter bij het moment om voorgoed gestopt te zijn. Dat is een knappe prestatie die ook nog eens veel gezondheidswinst oplevert. Niet alleen voor de stopper, maar ook voor de omgeving,” aldus Illy.
Het onderzoek is gedaan onder 2122 Nederlanders van 18 jaar en ouder die ervaring hebben met stoppogingen.