Bijzonder Weerverschijnsel: Thundersnow

Foto: Sam Fish

Wie maandagochtend al vroeg buiten was heeft het misschien wel meegemaakt: onweer terwijl het sneeuwde. Dat is niet iets wat normaal is.

Onweer hebben we in Nederland wel vaker meegemaakt, vooral in de zomer. En hoewel het ook ’s winters kan onweren, is de kans een stuk kleiner. Want voor onweer heb je vocht en een laag warmere lucht nodig. Maar er is dus een weerfenomeen waarbij het kan onweren tijdens het sneeuwen. Dat wordt ‘thundersnow’ genoemd en kwam dus maandagochtend voor op het eiland.

Thundersnow is niet iets dat vaak voorkomt. Wereldwijd wordt het zelfs maar gemiddeld 6,4 keer per jaar waargenomen. Het is dus begrijpelijk dat we dit in Nederland niet vaak tegenkomen.

Thundersnow

Voor thundersnow moet de lucht allereerst koud genoeg zijn voor sneeuw. Dat op zichzelf is in Nederland al niet heel alledaags. Zodra de lucht de juiste temperatuur bereikt, heeft deze eigenschappen die ervoor zorgen dat het normaal gesproken niet kan onweren. Want zoals eerder gezegd heb je voor onweer doorgaans vocht en een laag warmere lucht nodig. Echter is koude lucht vaak van nature droog en ontbreekt het aan de warmte die nodig is voor onweer in een luchtsoort die koud genoeg is voor sneeuw.

Toch kan het dus voorkomen dat het sneeuwt en onweert tegelijk. Bij heftige sneeuwval kunnen sneeuwvlokken die in de lucht langs elkaar wrijven, voldoende energie opwekken voor ontlading. Dit gebeurt vooral bij serieus slecht weer. Denk aan zware sneeuwval tijdens een sneeuwstorm of als de lucht op grote hoogte veel kouder is dan het aardoppervlak. Thundersnow heeft de neiging zich voor te doen aan de kust of bij grote meren. Daar zijn de temperatuurverschillen tussen het aardoppervlak en de lucht boven de buienwolk namelijk aanzienlijk groter.

Verschil

Maar wat is dan het verschil met een zomerse onweersbui? Onweer met sneeuw vertoont andere kenmerken dan een zomerse onweersbui met stortregen. De sneeuwkristallen reflecteren de bliksemflits waardoor deze veel feller is. De bliksem is dan ook vaak wit tot goudkleurig. Bij een normale onweersbui is de kleur van de flits doorgaans blauw en violet.

Daarnaast is het ook nog zo dat de sneeuw het dondergeluid enorm dempt. Vaak is de donder ongeveer 3 tot 5 kilometer verder nog te horen. Tijdens een thundersnow reikt die knal veel minder ver. Vaak hoor je de donder alleen binnen een straal van 2 tot 3 kilometer. Dus hoor je hem toch? Dan is het verstandig om een veilige plek op te zoeken. En snel een beetje.

Bron: Weeronline.nl 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen